Origami is de Japanse vouwkunst, dus het vouwen van papier. (折り紙, Japans: 'ori', vouwen, en 'kami', papier).
In origami wordt een beperkt aantal vouwen gebruikt, maar door de combinatie hiervan zijn complexe ontwerpen mogelijk. De kunst ontstond in China in de eerste of tweede eeuw, kort na de uitvinding van het papier. Daarvandaan is origami naar Japan overgewaaid, waar het de huidige, bekende vorm heeft gekregen.
In het algemeen beginnen origami-ontwerpen met een vierkant stuk papier, waarvan de zijdes verschillend gekleurd kunnen zijn. Het papier mag wel gevouwen worden, maar knippen of het aanbrengen van markeringen wordt doorgaans afgekeurd. (In tegenstelling tot origami wordt bij kirigami wel in het papier gesneden.) Japanse origami wordt al toegepast sinds de Edoperiode (1603-1867). In tegenstelling met wat algemeen wordt aangenomen, wordt in de Japanse origami soms ook met rechthoekig en rond papier gewerkt. Sinds 1961 worden de instructies hoe te vouwen geïllustreerd via het Yoshizawa–Randlett systeem.
In moderne ingewikkelde origami-ontwerpen wordt niet meer gewerkt met een instructie stap voor stap, maar moet het papier langs allerlei lijnen worden voorgevouwen (of voorgekreukt), en moeten de vouwen daarna op de juiste wijze naar elkaar toe worden gebracht. Ondersteund met een computer is het zo mogelijk zelfs een Schwarzwalder koekoeksklok met koekoek te vouwen.
In Japan is er een eeuwenoude traditie dat wanneer iemand trouwt, er 1000 kraanvogels gevouwen worden voor geluk. Dit heet een senbazuru en bestaat uit een aantal strengen met kraanvogels van verschillende kleuren, bijvoorbeeld 10 strengen van 100 vogels. Deze traditie wordt nog altijd nageleefd.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Origami